Soms mag je best trots zijn op wat je hebt. Als het gaat om
zaken die uniek zijn voor een land of om bepaalde zaken waarvan je mag vinden
dat het best een prestatie is die je als land(je) bereikt. Natuurlijk schiet
het wel eens door, zoals je bijvoorbeeld bij Fransen of Italianen ziet. Maar er
zijn ook gevallen van misplaatste bescheidenheid. Dat gevoel krijg ik wel eens
bij sommige sporten en dan vooral in samenhang met het bedrijfsleven. Opvallend
vaak zie je dat Nederlandse sporters het moeilijk hebben als het gaat om de sponsoring
rond te krijgen. Dat terwijl bijvoorbeeld Amerikaanse of Duitse en Franse sporters
met gemak financieel door het zakenleven in eigen land gesteund worden. Zo niet
in Nederland. Als het al gebeurd is het zeldzaam en mondjesmaat of van een laag
financieel niveau. Een enkele keer lukt het een wielerploeg zoals Peter post
ook met zijn Panasonic ploeg (via de NL importeur), maar voor de rest blijft
het kwakkelen. Ik moest daar afgelopen weekend weer even kort aan denken toen
ik naar de Formule 1 in Bachrein zat te kijken. Op dit moment hebben we daar
Max Verstappen rijden in een Torro Roos met een contract bij het internationale topteam RedBull. Maar Nederlandse
talenten moesten het de laatste jaren doen met fooien en waren veroordeeld tot
de achterhoede van deze autosport. Verbazing daarom toen ik op de BBC een
interview zag met huidige teamdirecteur Claire Williams van het Williams F1
team. Ze droeg een mooi wit shirt met daarop prominent de merknaam van
deodorant Rexona. Toevallig een merk van het Hollandse Unilever. Verder is
prominent op de overalls en wagens van Massa en Bottas de naam en logo van “Randstad”
(u weet wel, de Hollandse uitzendgigant) te zien. Kost een paar centen, maar
dan heb je ook wat. Wat mij wel bevreemd is waarom dergelijke bedrijven zich
nooit ontfermt hebben over Nederlandse coureurs. Ok, ooit wist Jos Verstappen
in zijn tijd nog een bescheiden bedragje los te peuteren bij “Phillips Car
Stereo” en reed Jan lammers rond met “Samsom Shag” op zijn wagen omdat de
toenmalige directeur marketing van Van Nelle een zwak had voor deze rijder,
maar daar is het dan ook bij gebleven. McGregor van Marcel Boekhoorn, stopte schoonzoon
Gido van de Garde wat toe, maar voor de rest zie ik het ontbreken van
Nederlandse sponsoring bij onze sporters vooral als ontbrekend chauvinisme.
Want we hebben kwaliteit genoeg aan diverse rijders in Nederland, maar het
Nederlandse bedrijfsleven ziet er geen kennelijk te weinig heil in. Had toch bijvoorbeeld
leuk geweest een F1 team in Heineken groene wagens met rode ster voorop of zo iets.
Maar helaas, het zit er tot nu toe niet in. Gelukkig komt er af en toe een
absoluut toptalent zoals Max Verstappen bovendrijven die bij een absoluut
topteam een meerjarig contract heeft gekregen. Hebben we toch wat om trots op
te zijn. Zo en nu nog even de Renault folders in de papierbak gooien.
maandag 20 april 2015
zondag 15 maart 2015
Instekers
Nee geen “instinkers”, alhoewel je je soms af vraagt wat
sommige bedrijven bezielt als je de hoeveelheden ziet. Ik heb het over
reclamefolders die zijn ingestoken in bladen en kranten. Bijna iedere week
dezelfde, soms zijn het er meer. Maar het is irritant als ze midden in een
weekblad of krant zitten. Want al lezend vallen die folders er altijd uit op de
meest onverwachte momenten. Het lijkt me moeilijk te meten wat nou precies de
effectiviteit is van deze vorm van reclamemaken. Immers, alles wordt steeds digitaler
en als je naast die pop-ups nu ook al wordt bestookt met papieren versies, dan
denk ik dat veel van die folders direct in de papierbak verdwijnen. Vraag is of
de producent er ook zo over denkt. De kans dat je met een schot hagel iets
raakt is nu eenmaal groter dan dat je met een enkele kogel schiet. Dus dat zal
de filosofie wel zijn achter deze vorm van reclamemaken. Maar het neemt niet
weg dat er een mate van irritatie in zit als er weer zo’n ongevraagde folder
uit je tijdschrift valt terwijl je net lekker aan het lezen bent. Duidelijker
zijn de in plastic voorverpakte stapel folders die ook iedere week in de je brievenbus
wordt gepropt. Dat is simpel het plasticje er af trekken en de rest gelijk in
de papierbak gooien. Ruimt lekker op, de recycle industrie is er blij mee, maar
of het allemaal veel nut heeft, vraag ik me wel af.
dinsdag 3 maart 2015
Een nieuwe fase
Sinds de laatste blog van 11 januari jl. bleek dat de
achtbaan waar ik sinds begin december vorig jaar terecht was gekomen, nog niet
ten einde is. Eind januari kreeg ik namelijk nog een nieuw fenomeen
voorgeschoteld: niergruis/steentjes. Wowww. Dat was een onverwachte en
pijnlijke ervaring. Wel weer logisch achteraf, want ik had rigoureus mijn hele
eet- en drinkgedrag gewijzigd waardoor de zuurgraad in mijn lichaam ook
wijzigde en mijn nieren daardoor een optater kregen. Achteraf (maar dat is
altijd lekker dat achteraf constateren) had ik natuurlijk een paar zaken rustig
moeten afbouwen. Maar ja, dat wist ik pas toen de effecten van de cold-turkey
duidelijk werden. Inmiddels is er al wel de nodige regelmaat gekomen in de
dagindeling, dus dat gaat al wat beter. Maar dat je niet even een twee drie
klaar bent, is mij inmiddels wel duidelijk geworden. Nog steeds moet ik mij
regelmatig zelf tot rust manen en dat is gewoon wennen. Ook het fenomeen “opvliegers”was
nieuw voor mij. Maar ook weer verklaarbaar, want ook je hormonenhuishouding
gaat met al die veranderingen en als gevolg van stress op zijn kop. Inmiddels
ben ik ook min of meer naar een stabiel gewicht gekomen van ca. 110 kilo gegaan.
Dat betekende dat er een deel van mij garderobe verplaatst is naar het goede
doel en moet ik binnenkort wat andere kleren gaan kopen. Afgelopen weekend heb
ik samen met Vera nog wat foto’s van vorig jaar zitten kijken en moest ik met
schaamrood op de kaken bekennen dat ik behoorlijk op de verkeerde weg was. Ik
zie mezelf nu met heel andere ogen als destijds. Eigenlijk wilde ik de
realiteit, van het zijn van een opgeblazen kikker, niet inzien. Zo blijken er nog
de nodige positieve kanten aan deze situatie te zitten. Inmiddels ben ik zelfs
aan het bewegen. Het moet niet gekker worden. Naast het wandelen, ook al weer
een beetje gefietst en zelfs al een paar keer weer zwemmen. Dat was in jaren
niet gebeurd. Kortom, het is een lange weg, maar ook een waarvan velen zeggen
dat je er sterker uit zal komen. Daar vertrouw ik in ieder geval op. Wordt
vervolgd.
Abonneren op:
Posts (Atom)